Op zondag 1 september was het feest in de kerk van Sint-Remigius. We kwamen op 10.30 uur samen tijdens een zonale eucharistievering, met mensen uit verschillende geloofsgemeenschappen, om de start van een nieuw pastoraal werkjaar te vieren.
Ook een aantal leden van Samana Haacht, die op 1 september ziekendag vierden, woonden de viering bij. Samen met 21 leden van het gemengd koor was ook organist Jos van Landuyt aanwezig om de viering muzikaal te ondersteunen.
Pastoor Theo, pas terug uit Rwanda, heette iedereen bij aanvang de viering van harte welkom. Een viering waarin, op de Wereldgebedsdag voor de zorg voor de Schepping, ook speciale aandacht besteed werd aan de scheppingsperiode.
Na de eerste lezing uit het boek Deuteronomium (Dt 4, 1-2. 6-8) hoorden we in de evangelielezing (Mc 7, 1-8. 14-15. 21-23) hoe Jezus ons waarschuwt voor een leven beheerst door uiterlijke voorschriften en wetten. Hoe Hij ons oproept om vooral te leven vanuit een warm hart, voor God en voor elkaar.
Theo ging hier tijdens zijn preek dieper op in. Hij wees erop hoe God, die zijn volk steeds nabij is en trouw blijft, een aantal voorschriften en wetten schonk, zodat iedereen in harmonie en met wederzijds respect zou kunnen samenleven. Met aandacht en zorg voor de zieken, de armen en meest kwetsbaren. Hij lichtte ook toe hoe deze wet langzamerhand, zeker ten tijde van de Farizeeën, gebruikt werd om de zwaksten aan de kant te zetten.
Daarom beklemtoonde hij wat écht belangrijk is: als christenen het geloof beleven vanuit ons hart. Waarachtig en authentiek zijn. Niet door het uitvoeren van uiterlijke gebaren, maar door liefdevol aanwezig te zijn voor onze naasten.
Hij verwees daarbij naar de eenvoudige, maar zeer krachtige woorden uit het evangelie:
'Wat jullie voor de minsten van deze mensen hebben gedaan, hebben jullie voor mij gedaan'. Jezus zelf herleidt alle voorschriften tot de twee belangrijkste wetten: 'Heb God lief en je naaste als jezelf'.
Een oproep tot bekering, waarbij God ons nabij is en leert om steeds meer liefde in ons leven te brengen. Een oproep ook om ons gedurende dit nieuwe pastoraal werkjaar in te zetten voor onze naasten ...
Theo getuigde aan het einde van zijn homilie nog over zijn verblijf in Rwanda: 'ik ging de mis voor in een klein dorp in het westen van Rwanda. De kerk zat vol met naar schatting meer dan 500 mensen. Ze zongen een lied dat me diep raakte.' Vertaald klonk het zo:
God, we danken U. U bent aanwezig, God. U bent er, zelfs voor ik het besef. U bent bij me, U steunt me. Uw hand verlaat mij nooit!
Hij besloot met de woorden: 'laat dat ook ons lied zijn, elke dag opnieuw'.
Aan het einde van de viering wachtte er nog een verrassing. Want hoewel Louis Deca niet persoonlijk aanwezig kon zijn in de viering, sprak hij toch alle aanwezigen toe. Via een vooraf opgenomen geluidsfragment weerklonk zijn stem, terwijl hij een brief, gericht aan de vele lieve vrienden van de zone 'De Goede Herder', voorlas.
Daarna nam diaken Jean Paul het woord. Hij benadrukte dat wij allen Louis zeer dankbaar zijn voor zijn inzet, voor zijn gelovige en ondersteunende aanwezigheid in onze pastorale zone. Hij toonde het gouden kruis van Sint-Rombout, dat wordt verleend aan mensen met meer dan dertig jaar trouwe dienst in Gods Kerk en de bijhorende oorkonde, die als blijk van dank aan Louis zullen worden overhandigd. Er weerklonk een hartelijk applaus.
Na de zegen en zending was er nog een warm moment van ontmoeting met een hapje en een drankje.
Alle aanwezigen waren het erover eens: het was een prachtige startviering, een echt feest! Een feest van 'dank zeggen': eucharistie vieren. Een feest ook van verbondenheid. Verbonden met God en met elkaar, met Samana en onze zieken, verbonden met de wereldkerk in de zorg voor de schepping en, op een bijzondere wijze, ook verbonden met Louis en Henriëtte.
Comentarios